Sunday 20 April 2008

Learning Dutch

Verbum Hebben (Verbo Ter)

( o "h" lê-se "à")

Ik heb;
jij/je hebt;
u hebt/heeft;
hij/zij heeft;

(aqui já reparam nas diferenças?)

wij hebben;
jullie hebben;
zij hebben;


Verbum Zijn (Verbo Ser)

Ik ben
jij/je/u bent
hij/zij is (aqui "foge" à regra)
wij zijn
jullie zijn
zij zijn

Verbum Gaan (Verbo Ir)

( o "g" lê-se "rei" e a vogal "a" é aberta);

Ik ga
jij/je/u gaat
hij/zij gaat
wij gaan
jullie gaan
hij/zij gaan

Verbum Werken (Verbo Trabalhar)

Ik werk
jij/je/u werkt
hij/zij werkt
wij werken
jullie werken
zij werken

No comments: